Evaluatie van zweetlactaatmetingen met een draagbare sensor bij een constante inspanningsintensiteit.
Oste Thijs, Selosse Noa, 2022
Is zweet een goede maatstaf voor sportprestaties? Als iemand bij het sporten flink gezweet heeft, zegt men wel eens dat die persoon intensief gesport heeft. Is dat eigenlijk wel zo? In de sportwereld is het gangbaar om aan de hand van inspanningstesten gepast trainingsadvies op te stellen. Veelal wordt tijdens zo’n test via een vinger- of oorprik een klein bloedstaaltje afgenomen om vervolgens het aanwezig lactaat in het bloed te analyseren. Uit deze bloedlactaatwaarden kan een sportwetenschapper eenvoudig trainingszones en inspanningsintensiteiten gaan bepalen. In het algemeen heeft een mens drie grote intensiteitsdomeinen of trainingszones waarop die inspanningen levert, eenvoudig weg laag, gemiddeld en intens. Nu blijkt lactaat een component te zijn die ook in zweet terug te vinden is. De wetenschap slaagt er nog niet in om de oorsprong van dit lactaat alsook de mogelijke relatie met inspanning hiervan te bepalen. Zweetlactaat zou een handige maatstaf zijn voor inspanning aangezien zweet continue en zonder ingreep te meten valt in tegenstelling tot het bloedlactaat. Het doel van deze studie is om die relatie met inspanning te gaan verduidelijken. Verder wordt er ook gekeken of zweetlactaat mogelijks een verband heeft met andere parameters zoals het bloedlactaat, de hartslag, subjectieve vermoeidheid of huidtemperatuur van een proefpersoon. Acht proefpersonen hebben vier keer een fietstest van één uur en vijftien minuten afgelegd, waarbij ze op twee keer op twee verschillende intensiteitsniveaus fietsten. Tijdens de testen werden zweetlactaatwaarden gemeten met behulp van een IDRO-sensor op de onderrug. De onderzoeksresultaten geven aan dat het zweetlactaat anders reageert bij verschillende intensiteitsniveaus. Bij de “gemiddelde” inspanning stijgen de waarden eerst fel, om vervolgens tot een plateau te komen en verder te dalen. Bij intense fietsproeven is er eerst een plateau vooraleer de waarden sterk dalen. Het feit dat de waarden zo fel dalen is mogelijks te wijten aan het verdunningseffect. Als mensen langer of meer intens aan het sporten zijn zweten ze vaak feller en komen de waarden in een lagere concentratie voor. Hoewel er enkele beperkingen zijn in deze studie zoals , biedt deze studie waardevolle informatie voor toekomstig onderzoek. Het is belangrijk om de sensoren en meetmethoden verder te optimaliseren. Verder moet ook rekening gehouden worden met factoren zoals de locatie van de metingen op het lichaam en de mate waarin iemand zweet. Dit zal helpen om de betekenis van zweetlactaatwaarden in een sportcontext beter te begrijpen en vervolgens praktisch te gaan toepassen.
Promotor | Jan Boone |
Opleiding | Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen |
Kernwoorden | zweetlactaat |