DCD en lagere urinewegsymptomen bij kinderen in regulier lager onderwijs

Verbeeren Lise, 2023
Plasproblemen reizen zelden alleen. Plas- , stoelgangproblemen en motorische problemen komen heel vaak voor bij kinderen. Wij gingen op zoek naar een verband. Tot 20% van de schoolgaande kinderen ervaren plasproblemen. In de praktijk zien we dat deze problematiek zelden alleen voorkomt. In de wetenschappelijke literatuur is al bewezen dat kinderen met plasproblemen vaker ADHD, autisme en leerstoornissen zoals dyscalculie en dyslexie hebben. Naast deze neurobiologische ontwikkelingsstoornissen merken zorgverleners in de praktijk vaak op dat kinderen met plasproblemen ook motorisch meer moeilijkheden ervaren. Deze motorische problemen zouden kunnen wijzen op DCD. De aanwezigheid van plas-,stoelgangsproblemen en motorische problemen kan een negatieve impact hebben op het welzijn van kinderen. Wat zijn plasproblemen en DCD? Onder plasproblemen vallen alle zaken die te maken hebben met de opslag en lozing van urine. Urineweginfecties, broekplassen en bedplassen zijn enkele van de meest gekende plasproblemen. Naast plasproblemen komen stoelgangproblemen ook vaak voor bij kinderen. Regelmatig ziet men dat beide problematieken gelijktijdig aanwezig zijn. Constipatie en stoelgangincontinentie zijn enkele voorbeelden van bekende stoelgangproblematieken. DCD of Developmental Coordination Disorder komt bij 5-6% van de schoolgaande kinderen voor en veroorzaakt problemen met motorische vaardigheden, balans en coƶrdinatie. Het kan een negatief effect hebben op dagelijkse activiteiten en het schools functioneren. Hoewel eerder wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat plasproblemen en stoelgangproblemen vaak samen met andere stoornissen (zoals ADHD) voorkomen, is er weinig geweten over de relatie tussen plasproblemen en motorische problemen. Het onderzoek Deze studie onderzocht het voorkomen van DCD of motorische problemen bij kinderen met plas- en stoelgangproblemen in Vlaamse lagere scholen. Daarnaast werd er ook gekeken naar het welbevinden van kinderen op school, waarbij er extra aandacht werd besteed aan het welbevinden van kinderen die plas- en stoelgangproblemen en motorische moeilijkheden ervaarden. Dit deed men aan de hand van vragenlijsten die zowel door ouders als kinderen werden ingevuld. - Ongeveer 31% van de kinderen vertoonde (tekenen van) plas- en stoelgangsproblemen - Ongeveer 21% van de kinderen vertoonden (tekenen van) DCD - 6% van de kinderen had zowel plas- en stoelgangsproblemen als problemen met motorische vaardigheden - Kinderen met plas- en stoelgangsproblemen en motorische problemen hadden een lager schools welbevinden. - Naarmate kinderen te maken kregen met meerdere problemen tegelijk, nam hun algemeen welbevinden af. Het begrijpen en ook herkennen van plas- en motorische problematieken bij schoolgaande kinderen is van groot belang. De bewustwording bij opvoeders en zorgverleners over de relatie tussen plasproblemen, motorische problemen en het welzijn van kinderen verdient extra aandacht. Een gepaste ondersteuning en behandeling van deze kinderen is noodzakelijk om hun welzijn te optimaliseren

Promotor Bieke Samijn
Opleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie
Domein Revalidatie en kinesitherapie bij kinderen
Kernwoorden DCD lagere urinewegsymptomen motorische ontwikkelingsproblemen systematische literatuur review kinderen in regulier lager onderwijs