Onvloeiendheden bij personen met en zonder verworven functioneel stotteren/ontwikkelingsstotteren: een perceptuele analyse
Goethals Liselot, Uyttenhove Lune, 2023
Er zijn verschillende types van stotteren, zoals verworven functioneel stotteren (VFS) en ontwikkelingsstotteren (OS). De eerste vorm is eerder zeldzaam en kan mogelijks op volwassen leeftijd ontstaan als reactie op stress of trauma. Dit is echter niet altijd het geval, soms is er geen duidelijke trigger aanwezig die het stotteren veroorzaakt of ontstaat het al op jongere leeftijd. OS ontstaat op jonge leeftijd tijdens de spraak- en taalontwikkeling en is deels genetische bepaald. Binnen deze masterproef onderzoeken we overeenkomsten en verschillen in soort en aantal spraakonvloeiendheden evenals bijkomende gedragingen tussen beide groepen van stotteren en personen die niet stotteren (PDNS). Hiervoor werden verschillende spraakstalen afgenomen, namelijk: (1) spontane spraak, (2) automatische reeksen, (3) nazeggen van woorden en zinnen en (4) voorlezen van een tekst. Bij de analyse van de videofragmenten werd elke onvloeiendheid in de spraak ingedeeld in categorieën aan de hand van twee classificatiesystemen en vervolgens statistisch geanalyseerd. Het eerste classificatiesysteem werd gebruikt om een antwoord te formuleren op de vraag of er een verschil is op vlak van soort en aantal onvloeiendheden bij personen met de diagnose van OS (POS), bij personen met VFS (PVFS) en bij PDNS. Bij deze classificatie wordt er een onderscheid gemaakt tussen onvloeiendheden die aan stotteren gelinkt kunnen zijn en normale onvloeiendheden. De onvloeiendheden die aan stotteren gelinkt kunnen zijn komen voor bij de PVFS en POS terwijl de PDNS zo goed als geen van deze onvloeiendheden vertonen. Verschillen op vlak van soort en aantal onvloeiendheden tussen de PVFS en POS zijn eerder beperkt, aangezien de stotterpatronen bij deze groepen gelijkaardig zijn. Bij het vergelijken van de 3 groepen op basis van de andere, normale onvloeiendheden, is er ook geen duidelijk onderscheid. Het tweede classificatiesysteem werd gebruikt om een antwoord te formuleren op de vraag of er een verschil is in de mate van voorkomen van bijkomende gedragingen bij PVFS en POS. Bijkomende gedragingen zijn gedragingen die zich kunnen voordoen bij een stotter en zowel verbaal (bv. stijging toonhoogte, revisies…), als non-verbaal (vb. oogknipperen, hoofdknikken) kunnen zijn. We concluderen dat bij beide groepen bijkomend gedrag aanwezig is, maar er zijn geen doorslaggevende verschillen qua soort en aantal. Op basis de beoordeling van het bijkomend gedrag stellen we echter wel vast dat er zich meer opvallend verbaal en non-verbaal gedrag voordoet bij PVFS.
Promotor | Kurt Eggers |
Opleiding | Logopedische en Audiologische Wetenschappen |
Domein | Logopedie |
Kernwoorden | verworven functioneel stotteren, ontwikkelingsstotteren, personen die niet stotteren, bijkomende gedragingen, onvloeiendheden |