Percepties van kinderen met dysfonie over stem: een kwalitatief onderzoek

Vervaeke Jolien, 2022
Voor deze masterproef werd kwalitatief onderzoek uitgevoerd bij kinderen met een hese stem. Kinderdysfonie is een overkoepelende term voor stemstoornissen bij kinderen, waarbij heesheid als belangrijkste kenmerk wordt gezien. Verschillende oorzaken kunnen aan de basis liggen van kinderdysfonie, met stembandknobbels als voornaamste oorzaak. Een uitgebreide diagnostiek is belangrijk en de behandeling van kinderdysfonie is multidisciplinair en bestaat hoofdzakelijk uit het volgen van stemtherapie bij een logopedist. Stemstoornissen bij kinderen kunnen heel wat negatieve gevolgen op verschillende vlakken veroorzaken. Een stemprobleem kan het zelfvertrouwen, de deelname aan groepsactiviteiten en de mate waarin een kind emotionele stress ervaart beïnvloeden. Verschillende kwantitatieve studies hebben hieromtrent reeds onderzoek gedaan, maar kwalitatief onderzoek waarbij op zoek gegaan wordt naar de percepties, emoties en attitudes van kinderen met dysfonie is beperkt. Het doel van deze studie was om door middel van kwalitatief onderzoek na te gaan hoe kinderen met dysfonie van 6-12 jaar hun stem beleven, welke gedachten ze hebben over hun stem(probleem) en welke emoties ze ervaren. Vijf kinderen werden geïnterviewd aan de hand van semigestructureerde interviews. Tijdens de interviews werden foto’s en stellingen besproken met het kind waarbij de onderzoeker vragen stelde over stemgerelateerde aspecten. Een inductieve, thematische analyse werd uitgevoerd om de interviews te analyseren. Zo kreeg de onderzoeker een beter inzicht in de percepties, gedachten en emoties van kinderen met dysfonie. De thematische analyse leverde belangrijke thema’s en inzichten op in verband met de percepties, attitudes en emoties van kinderen met dysfonie. Zo blijkt dat kinderen met dysfonie hun stem vaak als ‘hees’ of ‘slecht’ omschrijven. Ze geven zelf aan dat (te) veel roepen en praten de oorzaken zijn van hun stemproblemen. In hun dagelijks leven worden ze niet gehinderd door hun stemstoornis om deel te nemen aan verschillende groepsactiviteiten en hobby’s. Ook de gevolgen op vlak van functionele spreektaken (zoals lezen en praten met anderen) zijn eerder beperkt. Ze associëren hun stem wel met uiteenlopende emoties zoals (on)tevredenheid, verdriet, trotsheid, schaamte, bezorgdheid enz. De stemproblemen hebben dus een invloed op emotioneel vlak bij kinderen. Kinderen met dysfonie die logopedie volgen, bespreken spontaan ook de inhoud van stemtherapieën en sommen enkele drijfveren om stemtherapie te volgen op. De negatieve gevolgen die ze ervaren op de verschillende levensdomeinen zijn echter sterk afhankelijk van het al dan niet bewust zijn van hun stem(problemen). Dit hangt vermoedelijk nauw samen met de leeftijd van de participanten. De jongere kinderen waren over het algemeen tevreden met hun stem en ervaarden weinig problemen door hun stem. De oudere kinderen bespraken heel wat verschillende emoties en konden hun stem(problemen) ook beter omschrijven. Aangezien dit onderzoek slechts vijf kinderen includeerde kan niet zomaar gesteld worden dat alle gangbare percepties, gedachten en emoties die kinderen met dysfonie over hun stem ervaren, werden blootgelegd. De bevindingen van deze masterproef kunnen hierdoor niet gegeneraliseerd worden naar de volledige populatie van kinderen met dysfonie. Echter zijn deze unieke ervaringen van de geïnterviewde kinderen nuttig in kader van de diagnostiek en behandeling van kinderen met dysfonie.

Promotor Evelien Dhaeseleer
Opleiding Logopedische en Audiologische Wetenschappen
Domein Logopedie
Kernwoorden kwalitatief onderzoek kinderdysfonie percepties attitudes emoties