Verspreiding van humaan papillomavirus bij minimaal invasieve gynaecologische ingrepen

De Cneef Heike, Huyghe Anouk, Rogiers Lynn, 2023
Humaan papillomavirus (HPV) kan leiden tot een veelvoorkomende seksueel overdraagbare infectie. Wereldwijd zorgt baarmoederhalskanker of cervixkanker, veroorzaakt door deze infectie met HPV, voor ongeveer 12% van alle kankers bij vrouwen. Dit is na borstkanker de meest frequente gynaecologische kanker ter wereld. Een infectie met HPV leidt niet steeds tot kanker. Indien dit wel het geval is, duurt het doorgaans 10 tot 20 jaar tussen de infectie en het ontstaan van kanker. Belangrijk te vermelden is dat het aantal gevallen van kanker als gevolg van HPV-infectie vandaag de dag minder en minder voorvalt. Dit is grotendeels toe te schrijven aan de gratis vaccinatie van jonge meisjes op school, en sinds recent ook van jongens. De vaccinatie, die doorgaans rond de leeftijd van 12 jaar plaatsvindt, biedt minstens 70% bescherming tegen de ontwikkeling van baarmoederhalskanker. Bijkomend wordt er bij volwassen vrouwen vanaf 25 jaar om de 3 jaar een screeningsmogelijkheid aangeboden onder de vorm van een uitstrijkje, wat bijdraagt aan het tijdig opsporen van eventuele afwijkingen. Sinds de coronapandemie is er een toegenomen bezorgdheid rond de verspreiding van virussen in het ziekenhuis, in het bijzonder naar zorgverleners toe. Verschillende geplande ingrepen werden uitgesteld door de drukte in de ziekenhuizen, maar ook uit angst voor de verspreiding van het coronavirus. Er zijn reeds verschillende studies beschikbaar die het vrijkomen van viruspartikels van verschillende virussen bestudeerden, waaronder HIV, hepatitisvirussen en HPV, als gevolg van medische ingrepen. Men vermoedt dat bij minimaal invasieve ingrepen die lucht in de buikholte vereisen (zoals laparoscopie) of technieken waarbij rook kan vrijkomen (zoals elektrocoagulatie en laser), viruspartikels zich kunnen verspreiden in de directe omgeving, en mogelijk zelfs in de neus- en keelregio van de behandelende arts. Dit roept de vraag op of er bij dergelijke ingrepen bijkomende maatregelen dienen genomen te worden ter bescherming. Of deze virussen ook verspreid geraken in de patiënt zelf en wat de klinische betekenis hiervan is, is tot op heden nog niet bekend. Bijgevolg luidt de vraag waar deze masterproef verder op wil ingaan: Is er verspreiding van HPV-partikels in het hogere voortplantingsstelsel bij HPV-positieve vrouwen die minimaal invasieve chirurgie ondergaan? Het initiële doel van deze masterproef was de opstart van een kleine studie rond deze onderzoeksvraag. Desondanks de verschillende inspanningen van de studenten en promotoren betrokken bij deze masterproef, is het niet gelukt om tijdig een goedkeuring van de Commissie Medische Ethiek te verkrijgen. Hierdoor kwam het tijdschema in gedrang waardoor de noodzaak viel om over te schakelen naar een plan B, hetgeen een systematische literatuurstudie en een studieprotocol omvat. Deze masterproef is slechts een aanzet tot een eerste onderzoek binnen dit onderwerp. Bijgevolg zijn er nog geen resultaten beschikbaar. Dit studiemodel is bovendien ook te beperkt in omvang en duur om relevante conclusies te kunnen trekken belangrijk voor de kliniek. Om te kunnen vaststellen wat de klinische impact van de potentiële HPV-verspreiding is, dienen de geïncludeerde patiënten jarenlang opgevolgd te worden. Er is reeds een vermoeden dat de verspreiding van virussen infecties zouden kunnen veroorzaken. Slijmvlies van het voorplantingsstelsel dat geïnfecteerd raakt met het HPV-virus zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van kanker. Om deze bevindingen te bevestigen is een grootschalige studie met opvolging op lange termijn vereist. Dergelijke uitkomsten kunnen dienen als bijkomend argument om in de toekomst aanvullende voorzorgsmaatregelen te treffen, onder andere indien een HPV-positieve vrouw minimaal invasieve chirurgie dient te ondergaan. Gezien de beperkte kennis over dit onderwerp wordt de nood voor verder onderzoek benadrukt.

Promotor Jan Bosteels
Opleiding Geneeskunde
Domein Chirurgie
Kernwoorden HPV MIS gynaecologie minimaal invasieve chirurgie genitale tractus