Evaluatie van screeningsalgoritmes voor HBV, HCV, HIV en syfilis in het lichaamsdonatie programma van de afdeling anatomie.
Igodt Janne, 2023
Sinds honderden jaren worden de lichamen van overleden personen gebruikt in de medische wereld. Deze worden bijvoorbeeld ingezet in de cursus anatomie in de opleiding geneeskunde, om chirurgische training van artsen in opleiding op uit te voeren, etc. De lichamen die hiervoor gebruikt worden, worden eerst gebalsemd. Op deze manier probeert men om het lichaam te ontdoen van alle bacteriën en virussen die nog aanwezig zouden zijn. Dit is belangrijk om de gebruiker van het lichaam niet in gevaar te brengen en dus te vermijden dat deze door de donor na zijn dood toch nog besmet kan worden door de overlevende kiemen. Uit voorgaande onderzoeken blijkt echter dat balseming vaak niet voldoende is om het lichaam te ontdoen van alle kiemen, waardoor dus niet kan verzekerd worden dat het lichaam veilig is om te gebruiken. Daarom voerde het CEntre for Training and Research in Anatomical Sciences (CETRAS) van de Universiteit Gent een screeningsprotocol in. In dit protocol is voor humaan immunodeficiëntie virus (HIV), treponema pallidum (TP; de verwekker van syfilis) en hepatitis B (HBV) en C (HCV) virus een aantal testen voorgeschreven die uitgevoerd dienen te worden op een bloedstaal van de overleden donor. Het lichaam is als veilig te beschouwen wanneer deze testen negatief zijn, indien niet wordt het afgewezen. In deze thesis bekijkt men of het protocol gevolgd wordt en of lichamen correct aanvaard of afgewezen worden. Deze cijfers worden ook vergeleken met resultaten uit een studie die het voorgaande protocol bestudeerde om te bekijken of het nieuwe protocol een verbetering is. Uit literatuur weet men dat bloedafbraak (hemolyse) in een staal problemen kan geven met bepaalde testen en dus een onbetrouwbaar (vals positief of vals negatief) resultaat kan veroorzaken. Een onderdeel van deze thesis bekijkt aan de hand van stalen met verschillende maten van kunstmatig veroorzaakte bloedafbraak bij welke testen dit het geval is en vanaf welke mate dit voorkomt. In de resultaten bleek dat uit de 117 verzamelde donoren, drie lichamen terecht werden afgewezen en een lichaam onterecht werd aanvaard. 116 lichamen werden dus correct toegewezen, dit was beduidend meer dan in de voorgaande studie. De screening verliep volgens protocol voor HIV bij 104 lichamen, voor TP bij 116 lichamen, voor HBV bij 0 lichamen en voor HCV bij 116 lichamen. Het onderzoek naar de invloed van hemolyse op de betrouwbaarheid van testen wees uit dat vanaf een bepaalde mate van bloedafbraak een testresultaat vals positief kan zijn en de resultaten van deze test dus onbetrouwbaar zijn. De resultaten van dit onderzoek zijn rechtstreeks en onrechtstreeks relevant voor velen. Als eersten uiteraard voor alle gebruikers van gedoneerde lichamen aangezien een correcte toewijzing zorgt voor meer veiligheid. Meer veiligheid zorgt voor minder prikaccidenten die moeten opgevolgd worden en vermijden van besmettingen, wat kan zorgen voor een verminderde werkdruk voor artsen die deze gevallen opvolgen. Ook voor laboranten is dit zeer belangrijk gezien een correct en makkelijk te volgen algoritme helpt bij het efficiënt uitvoeren van hun job. Gezien de bijgewerkte algoritmes bijdragen tot meer aanvaarde lichamen leidt dit tot een grotere beschikbaarheid van oefenmateriaal en prosectiemateriaal en dus onrechtstreeks tot een betere en grondigere opleiding van toekomstige artsen en allen die als job helpen de menselijke gezondheid te bevorderen (kinesisten, biomedici, etc.). Uiteraard kunnen we hier allen baat bij hebben.
Promotor | Wouter Willaert |
Opleiding | Geneeskunde |
Kernwoorden | post-mortem, screening, donatieprogramma |