THE EFFECTS OF AN INJURY PREVENTION PROGRAM ON THE COMPLIANCE OF YOUTH NATIONAL FIELD HOCKEY PLAYERS: A CASE SERIE

Perpette Sebastien, Van Hautekerke Daphne, Naudts Arthur, 2022
De laatste jaren wordt er meer en meer geïnvesteerd in blessurepreventieprogramma’s. Dit zijn programma’s die oefeningen bevatten om blessures te voorkomen. Worden deze door jeugdspelers regelmatig doorgenomen en hoe zouden we ervoor kunnen zorgen dat deze oefeningen voldoende worden uitgevoerd? Door het succes van de nationale mannenhockeyploeg op het wereldkampioenschap en het behalen van de gouden medaille op de Olympische Spelen zijn de inschrijvingen van de laatste 10 jaar bij de Belgische hockeybond verdubbeld. De basis van dit succes werd gelegd in 2005, waarbij de Koninklijke Belgische Hockeybond ondersteuning kreeg voor haar mannelijke en vrouwelijke nationale U21 teams, genaamd Be Gold. Het project heeft als doel om de nationale jeugdteams te laten ontwikkelen op topsportniveau. Er wordt sinds 2005 gewerkt aan een stabiele basis binnen de jeugdopleidingen om op lange termijn de vruchten ervan te plukken. Het Be gold programma heeft gedurende het traject het mogelijk gemaakt om een geïndividualiseerde aanpak te ontwikkelen voor de jonge talenten. De effecten van zo’n programma’s zijn al bewezen en hebben een toegevoegde waarde indien je ze minstens anderhalve tot twee keer per week uitvoert. Bij de start van de studie gaf de meerderheid van de spelers aan dat ze het oefenprogramma minstens 2 keer in de week zouden uitvoeren. In de realiteit voerde slechts 22,6 procent van de Belgisch nationale jeugdhockey ploegen U16-U18 spelers het minstens 2 maal uit.Gemiddeld werden de oefeningen 1,34 keer per week uitgevoerd en zagen we een verschil tussen jongens en meisjes. Die laatste volbrachten hun schema namelijk frequenter. Om de investeringen in de individuele programma’s te laten renderen is het heel belangrijk dat deze schema’s wel degelijk voldoende worden uitgevoerd. Wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat er verschillende factoren zijn die meespelen om tot een voldoende hoge therapietrouw te komen. Die factoren of motivatieredenen kunnen intrinsiek of extrinsiek zijn. Intrinsieke motivatie betekent dat je iets uitvoert omdat je het wil, het wordt gestuurd vanuit je eigen behoeften. Extrinsieke motivatie gaat gepaard met een motivatie die gevoed wordt door iemand anders, bijvoorbeeld door iemand te gaan belonen voor het volbrengen van een taak. Vanzelfsprekend zal je het oefenprogramma meer uitvoeren wanneer je intrinsiek gemotiveerd bent. Zo gaven spelers ook aan dat ze het motiverend zouden vinden als ze hun progressie zouden kunnen opvolgen en ook wanneer de oefeningen zouden worden uitgelegd aan de hand van video tutorials. Dit laatste zou motiverender werken voor meisjes dan voor jongens. Verder hebben ook de coaches en de medische staf een belangrijke rol in de therapietrouwheid van een speler.

Promotor Damien Van Tiggelen
Opleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie
Domein Revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen